Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik ga heen gelijk een schaduw, [39]wanneer zij zich neigt; ik worde [40]omgedreven [41]als een sprinkhaan. 39. Dat is, als zij haast zal ondergaan. Zie de aantekening bij hfdst.102 vs.12. 40. Hebr. uitgeschud. 41. Die geen nest of blijvende plaats heeft; maar hij huppelt en springt steeds van de ene plaats tot de andere. Zie Nah.3:17, en Job 39:23. Of, die met den wind verwaaid en verdreven wordt; Ex.10:19.